Menu Sluiten

Wees droogte voor door water vast te houden

Het is al acht weken droog en al het overvloedige water van de winter ligt weer in zee. We hebben weer te weinig water vast weten te houden, terwijl er zulke mooie voorbeelden zijn hoe je dat wél kunt doen.

Februari en maart zijn uiterst droog verlopen. En ook de eerste week van april is kurkdroog. Dat betekent dat Nederland deze week het begin van het ‘droogteseizoen’ met een flink tekort aan water begint. Maart is met 5 mm – normaal 56 mm – zelfs de allerdroogste maart-maand sinds het begin van de metingen in De Bilt in 1906.

En het neerslagtekort loopt verder op, want het blijft de komende dagen kurkdroog, en de grote verdamping van uitbottende bomen, bloeiende grassen en uitlopende heesters moet nog op gang komen.

Lage waterstand

Voor de eerste tekenen van deze droogte moeten we een maand terug in de tijd. In Noord-Brabant beregenden half maart de sproeiers al het boerenland, en zelfs op de zilte klei van de Wieringermeer kon je de beregeningsinstallaties aan het werk zien. Ook zijn er dit jaar al 166 natuurbranden gemeld in Nederland ten opzichte van 211 meldingen in het hele vorige jaar.

De waterstand in de Rijn daalde de laatste weken tot slechts 60% van wat gewoonlijk is in deze tijd van het jaar. De scheepvaart krijgt hierdoor reeds te maken met vrachtbeperking – iets dat normaal pas in augustus gebeurt. Hetzelfde verhaal bij het waterschap Hunze en Aa’s in Groningen en Drenthe, dat extra IJsselmeerwater door het stroomgebied laat stromen om verzilting van sloten tegen te gaan.

Dit alles ervaren veel mensen als hoogst merkwaardig. De afgelopen winter was immers de natte kroon op een extreem nat jaar 2024. Overal drassige weilanden, onbegaanbare wandelpaden en modderige mountainbikeroutes in de duinen. Op de droge Veluwe kolkte het water in woeste beken. Zelfs in de verdroogde Loonse en Drunense duinen liep het water uit de zwaar verzadigde zandgrond.

‘Provincies en waterschappen moeten meer coalities vormen met welwillende boeren, drinkwater- en bouwbedrijven’
Acht weken droogte en het blijkt dat we toch weer te weinig voorzieningen hebben getroffen om al dat overvloedige winterwater vast te houden en weg te zetten als een appeltje voor de dorst – bijvoorbeeld voor een periode als deze eerste droogte van het jaar. We hebben het water als vanouds ijverig weggepompt: hup, naar zee ermee.

We bereiden ons, zeven jaar na de wake-up call van droogtejaar 2018, nog steeds onvoldoende voor op de extremen van de klimaatverandering. Hogere temperaturen leiden immers tot meer extreme regenval en langere perioden van droogte. En het vervelende is: de regen valt vooral in de winter (als we er niks aan hebben) en minder in het voorjaar en zomer (als we het wél heel goed kunnen gebruiken).

Vooruitschuiven

Al twee jaar vertoont de nationale politiek een verbijsterende traagheid, waarbij het belangrijke beslissingen over water – en het daarmee samenhangende thema landbouw – voortdurend vooruitschuift. Daarom moet er op regionaal niveau een tandje bij – of twee tandjes. De regionale politiek, waaronder provincies en waterschappen, moet meer coalities vormen met welwillende boeren, drinkwater- en bouwbedrijven om iets aan de droogte te doen.

Gelukkig gebeurt het al. In de gemeente Epe vangt drinkwaterbedrijf Vitens jaarlijks zes miljoen kubieke meter overvloedig winterwater op uit vier beken. Voordat dit schone beekwater nutteloos wegstroomt naar het IJsselmeer, wordt het terug omhoog gepompt naar twee infiltratievijvers vlakbij winningsputten waar Vitens zo’n zes miljoen kuub diep grondwater oppompt. Prima, want de waterbalans is precies in evenwicht.

Waarom is er niet een soortgelijke aanpak op de Utrechtse Heuvelrug of de droge Brabantse zandgronden? Waarom sporen we boeren hier niet toe aan? Pak gerust grondwater uit de oppervlakkige grondwaterlagen voor beregening, maar breng het terug in de winter. Zo zetten we de waterbalans weer op nul.

Er is méér bergruimte om water op te slaan. Waterschap Aa en Maas in Noordoost-Brabant legde als experiment in 2019 een eerste waterhouderij aan. In 2024 opende het een twintig keer zo grote waterhouderij op boerenland in de verdroogde Deurnsche Peel. Dit bassin slaat als een stuwmeer water op en laat dit bij droogte uit om sloten te vullen. Wandel- en fietspaden maken het tot een aangenaam recreatie- en visgebied. Inmiddels zijn er ongeveer vijf van zulke bassins in Nederland.

Duurzaam businessmodel

Ook kunnen we op laaggelegen landbouwpercelen drassige gewassen telen. Zo kan voor boeren- en bouwbedrijven een nieuw en duurzaam businessmodel ontstaan, als woningen voortaan worden geïsoleerd met vezels van lisdodde, hennep en olifantsgras. Deze vezels kunnen goed tegen nattigheid en zijn gemakkelijk tot plaatmateriaal te verwerken.

Het scheelt enorm veel energie en stikstofuitstoot in vergelijking met de glas- en steenwolmatten van Rockwool die doorgaans gebruikt worden voor isolatie. En daarbij krijgt de regionale werkgelegenheid ook nog eens een boost.

Op dergelijke innovatieve manieren benutten we de bodem beter, breiden we de opslagcapaciteit uit én zijn we beter bestand tegen de droogte. De bodem wordt veerkrachtiger, vitaler en krijgt meer de eigenschappen van een spons.

Door decennialang ontwateren is Nederland doorgeschoten. De bodem is geen spons maar een vergiet, waar water doorheen loopt en wordt weggesluisd.

Maar we kunnen nog terug.


Lees dit stuk als pdf of op de website van FD.